Als er één ding is dat dagelijks aan me gevraagd wordt, dan is het wel hoe wij Elena drie verschillende talen op haar driejarige leeftijd hebben kunnen leren. Ja, ze spreekt Nederlands, uiteraard, maar ze maakt zich goed verstaanbaar in het Joegoslavisch, want daar komen wij vandaan en heeft Engels ook helemaal onder de knie. Hoe wij dat gedaan hebben?
Nou, zo moeilijk is het niet, maar wel erg tijdrovend.

Vandaag beschrijf ik hoe wij het hebben aangepakt, wat we wel en vooral niet hebben gedaan om onze kleine meid binnen een korte tijd drie compleet verschillende talen te leren. Ik ben geen taaldeskundige, maar heb door mijn achtergrond met kinderpsychologie en kennis van talen misschien wel een kleine voorsprong gehad, die ik graag met jullie deel.

Toen Elena geboren was sprak haar instinctief toe in mijn moedertaal, dit was niet iets waar ik over nadacht, het ging vanzelf. Wel wist ik dat ze goed Nederlands moet kunnen voordat ze naar school gaat, omdat ik het idee van een kind dat in Nederland is geboren en de taal niet spreekt een verschrikkelijke weerspiegeling van slecht geïntegreerde ouders vind, en mijn kind nooit in zo’n situatie zou plaatsen. Toen ik met kinderen werkte zag ik dit helaas te vaak, kinderen die naar de basischool gaan en geen idee hebben wat er tegen ze gezegd wordt. Zo zielig, en meteen een achterstand voor een kindje. Nee, zo zou ik het niet aanpakken.
Het zou voor mij dus belangrijk zijn dat Elena zowel mijn taal, als de taal van het land waarin ze geboren is en leeft goed verstaat en spreekt. Nou is het niet zo dat ik haar Joegoslavisch van een nationalistische of chauvinistische standpunt wil leren. Nee, het is voor mij gewoon makkelijker om met haar mijn taal te kunnen spreken als ik er met Nederlands niet uitkom, of wanneer ze met mijn familie praat, die allemaal niet in Nederland wonen. En ja, het feit dat ik haar buiten, op straat in een andere taal kan toespreken betekent wel dat we ons eigen taaltje hebben, en niet iedereen ons verstaat. Goed of fout, het is vaak genoeg erg handig gebleken.

Maar ik ben vanaf kleins af aan ook met veel Engels opgevoed, en sprak in eerste instantie Engels toen ik naar Nederland kwam, voordat ik de taal leerde. Daarom gooi ik nu nog steeds Engelse woorden in mijn Nederlandse zinnen, en denk ik in drie verschillende talen: Joegoslavisch, Engels en Nederlands. Dit kan voor aparte zinnen zorgen, vooral als ik tegen mijn vriend praat, omdat ik dan verschillende talen door elkaar gooi. Ik heb begrepen dat hij hier in het begin heel erg aan moest wennen, omdat hij zelf niet zo snel van talen schakelde, maar inmiddels vind hij het alleen maar leuk, omdat het me nogal uniek maakt 🙂

Het is voor mij dan ook niet verplicht geweest om Elena meteen ook Engels te leren, maar het bleek vanzelf te gaan, omdat ze het van mij oppikte.

Toen zij eenmaal woordjes begon te vormen ging het om zowel Joegoslavische, als Nederlandse en Engelse woordjes. Erg verwarrend in het begin, vooral voor de mensen om haar heen, maar wij hielden vol. Ik wilde niet dat ze meteen alle woorden kent, maar wel dat ze de klanken en manier van praten oppakt. En er is geen betere leeftijd hiervoor dan wanneer een kind net leert praten.Ze was nog geen twee jaar oud toen we liedjes gingen zingen. Het begon met “Twinkle, Twinkle, Little Star” daarna leerde ze ook versies in andere talen. En zo bleven we doorgaan. Steeds een nieuw liedje, en steeds in een andere taal. Daarna begon ze te tellen. Toen ze in mijn taal tot 10 kon tellen deed ze dat een week later ook in het Nederlands, en daarna ook gauw Engels.

Tekenfilmpjes en kinderprogramma’s hebben ons hier heel erg bij geholpen. Er was een periode waarin ze helemaal gek was op Bumba, en die is op YouTube in alle drie de talen beschikbaar, waardoor ze vaak één aflevering in twee talen bekeek. Lang leve de iPad.

Toen Elena ruim twee jaar oud was begreep ze wel dat het om verschillende talen ging. Ik weet dit omdat ze op mijn vragen in het Nederlands netjes Nederlands antwoordde, en in Joegoslavisch en Engels ging het net zo. Toen ze dit door had gingen ook mijn twijfels over of ik nou wel goed bezig was weg, en was ik alléén maar blij dat ze plat Joego, ABN, en posh Engelse accentjes moeiteloos na kon doen.

Na haar tweede verjaardag begon ze naar de peuterspeelzaal te gaan, wat een extra duwtje in de rug op het gebied van de Nederlandse taal was. Zo kon ze met andere kinderen spelen, nog meer woordjes leren en had ik even vrije tijd om aan mijn blog te besteden.
Al gauw merkte ik dat Elena alles wat ze die dag mee had gemaakt in het Nederlands ging navertellen, en dit voor haar de hoofdtaal werd. Ze is nu drie jaar oud en dit is haar tweede jaar van peuterspeelzaal, waarin ze wekelijks nieuwe thema’s hebben, en Elena nieuwe woorden en begrippen leert, breder algemeen kennis opbouwt en stukken socialer wordt. Ik vind dit natuurlijk geweldig, en zie haar trots ontwikkelen.

Ook vormt ze nu zinnen, vertelt hele verhalen en kwebbelt eigenlijk constant door. Dit kan soms frusterend zijn, maar ik probeer er zo veel mogelijk op in te spelen en haar haar verhalen te laten doen. Daarna probeer ik haar in een andere taal toe te spreken, zodat ze haar verhaaltje opnieuw doet, nu in bijvoorbeeld Engels. Soms gaat dat goed, vaak niet, en is het resultaat Nederlandse woorden met een Engels accent, waar haar papa en ik stiekem om in een deuk liggen. Ik lach haar dan niet uit, maar bijt op mijn lip om niet te gaan lachen en help haar met de woorden waar ze niet uitkomt. Het is belangrijker dat ze begrijpt wat ze fout doet, en het daarna goed doet, dan dat mama even kan lachen om haar fout en Elena in verlegenheid gebracht wordt. Ze zou hierdoor dicht kunnen klappen.

Ik merk nu, nu ze drie en een half is, dat mijn aanpak absoluut werkt, maar dat het wel heel veel moeite kost. Elena heeft de basis van alle drie talen goed onder de knie, en kan in alle drie talen duidelijke gesprekken voeren, omdat ze de klanken en basisgrammatica kent. Het feit dat ze alles eerst in het Nederlands vertelt betekent wel dat wanneer ze klaar is, we haar hele gesprek weer in een andere taal gaan voeren, ditmaal met veel input van mama, waarna Elena haar verhaal nogmaals zelf doet, met minder fouten. Als we daarna nog puf hebben gaan we voor een derde taal, zo niet doe ik dit later. Bijvoorbeeld als papa thuiskomt, zodat ze haar verhaal dan opnieuw aan hem kan vertellen, waarna we het opnieuw in een andere taal oefenen. Dit kan soms natuurlijk best vermoeiend zijn, dus wanneer ik merk dat ze er geen zin in heeft forceer ik haar niet, en soms ben ik degene die een gesprek eindigt met “leuk.” Tjah, we hebben allemaal dagen waarom we niet erg spraakzaam zijn, en stilte is soms alleen maar fijn.
Ik weet dat niet alle kinderen even spraakzaam zijn, en dat Elena heel graag en heel veel praat, dus speel ik hier op in. Ja, er zijn kinderen die niet zo veel praten als zij en jongens praten doorgaans later dan meisjes, maar deze aanpak werkt in onze situatie het beste.

Mijn laatste tactiek is er één dan voor mijzelf erg vermoeiend is, maar ik blijf het doen. Ik zorg dat ik op haar ooghoogte ben, en dan ze me aankijkt. Zo weet ik dat ze niet afgeleid is, en ze zich op mij focust. Pas dan vertel ik haar wat ik haar wil vertellen, bijvoorbeeld wat we gaan doen, eten, waarom iets wel of niet mag, hoe bepaalde dingen werken en wat de bedoeling is. Ik sluit mijn zin af met een vraag, al is het maar “Begrijp je dat?” Daarna vertel ik precies hetzelfde in een tweede taal, zorg dat ik ongeveer even veel woorden per zin gebruik en bepaalde steekwoorden in beide talen duidelijk benoem. Op deze manier weet zij ook dat ik precies hetzelfde aan het vertellen ben als ervoor, maar leert ze de belangrijkste woorden in meerdere talen. Soms doe ik dit ook in een derde taal, afhankelijk van de situatie. Ik let dan op haar gedrag, waar ze naar kijkt en peil eigenlijk even of ze nog interesse heeft. Ik vind het belangrijk om haar tot niets te dwingen. Zo is het voor ons beiden niet leuk, en leert ze uiteindelijk niets.

Tot slot praten we ook veel over de spelletjes die we spelen, want al spelend leert ze erg veel, op een leuke manier, waardoor het bij haar ook als leuk opgeslagen wordt in dat kleine hoofdje. Dit doe ik vrijwel in alle situaties, of we nou spelen, wandelen, in het bos of park zijn, ik merk dat ik constant bezig ben met haar kennis van de drie talen uitbreiden.

Zoals je hebt kunnen lezen komt het er eigenlijk op neer dat je veel moet praten, en alles in verschillende talen moet herhalen, tot je lippen pijn gaan doen, en je blij bent dat het bedtijd is en je tot morgenochtend geen woord meer hoeft te zeggen 🙂

En begrijp me niet verkeerd, ik ben absoluut geen pushy mama, wies kind moet presteren en alleen het beste accepteert, maar doordat Elena Nederlands spreekt is ze gewoon een Nederlands kindje, doordat ze Engels kent kan ze zich overal verstaanbaar maken, we hebben dat al in het buitenland meegemaakt. Tot slot kan ze door een Slavische taal te kennen niet alléén met familie praten, maar zal ze zich in heel Oost Europa verstaanbaar kunnen maken. En als het aan mij ligt, leren we later samen Spaans!

Tweetalige ouders, hoe pakken jullie dit aan? Laat hieronder een reactie achter, ik ben

Comments

comments

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

You May Also Like